Het object refereert aan een tol en het wiel.
De uitvoering was in handen van de meester-glasblazer Neil Wilkin. Het materiaal is kristal met een loodgehalte van 24%. Het object is geheel vanuit de “hete glastechniek” gevormd in Wilkins studio in Engeland. Belangrijkste elementen zijn transparantie en dynamiek.
De opeenvolgende vormen ondergaan een optische verandering wanneer men het object vanuit een ander oogpunt bekijkt. De optiekstructuur versterkt dit nog. Omdat het object zowel fysisch als visueel de neiging heeft “weg” te rollen wordt het dynamische element tastbaar.
Hierdoor ontstaat het beeld van een wiel. De symboliek van cirkel en wiel zijn steeds terugkerend in het werk van Bremer.